Bron: Dagblad de Limburger 07-11-2008
Maastricht - Een gedetailleerd onderzoek naar drugstoerisme en koffieshops sterkt het Maastrichtse stadsbestuur in haar spreidingsbeleid. Leers: "Nu hebben we keiharde cijfers."
De rechter oordeelde eerder dit jaar dat het Maastrichtse Coffeecornerplan onvoldoende was onderbouwd. Er bestond teveel onduidelijkheid over verwachte bezoekersaantallen en de mate van te verwachten overlast, indien zeven koffieshops tijdelijk naar de randen van de gemeente zouden worden verplaatst. Buurgemeente Eijsden, dat bezwaar maakte, had een punt. Kort samengevat: huiswerk overdoen, burgemeester.
Gerd Leers besefte dat hij bij een volgende poging geen half werk kon leveren. Onderzoeksbureau Intraval en OWP Research moesten gedetailleerd in kaart brengen wat al dan niet uitvoeren van het plan betekent voor drukte en overlast. Zowel rond de bestaande veertien koffieshops als in een nieuwe situatie met meerdere coffeecorners.
Sinds deze week ligt er een rapport dat Maastricht sterkt in het voornemen coffeecorners aan de Köbbesweg, François de Veijestraat en een ander te bepalen plek in Maastricht-West in te richten. De cijfers zijn actueel en gebaseerd op wetenschappelijk verantwoord onderzoek, bezweert Leers. "Hiermee komt een eind aan de verwarrende cijferbrij die eerdere deelrapporten tezamen opleverden. Wij hebben nu keiharde cijfers."
De onderzoekers berekenden hoeveel koffieshopklanten er zijn, hoeveel zaken ze per bezoek aandoen en waar ze vandaan komen. Ook werd uitgezocht hoeveel Belgen via de A2 komen en hoeveel via de Brusselseweg en Bosscherweg. Via enquêtes is in kaart gebracht hoeveel procent van die klantengroepen gebruik zou maken van de coffeecorners.
Intraval deed vergelijkbaar onderzoek in andere steden met koffieshops. Leers: "Door de grote concentratie in Maastricht treedt het effect 'cumulatieve attractie' op. Omdat ze elkaars beeld versterken, trekken ze meer klanten en zijn er meer ongewenste nevenverschijnselen. Dat maakt de situatie in Maastricht anders dan die in Venlo en Terneuzen, waar veel minder koffieshops zijn. De koffieshopdichtheid verminderen is noodzakelijk om overlast terug te brengen."
Het Eijsdense argument dat scholieren langs de Köbbesweg naar school fietsen, wordt door het rapport van tafel geveegd. Ambtenaren brachten exact in kaart hoeveel scholieren naar welke scholen in Maastricht gaan: 299. Men keek op de kaart waar ze wonen en ging kijken om te zien welke routes ze nemen: vooral 'binnendoor', dus niet langs de Maas. Veiligheidscoördinator Michel Detisch: "En dan nog. In Maastricht fietsen 13.000 scholieren rond koffieshops."
Een minimumafstand (250 of 500 meter) tussen koffieshops en scholen is door het vorige kabinet gesuggereerd, maar staat niet in de gedoogvoorwaarden en ook niet in de aanvullende Cannabisbrief van Justitie. Gemeenten moeten het zelf maar uitzoeken. Rotterdam ging tot beperkte actie over.
Maastricht zou alle shops moeten sluiten als 250 meter het criterium is. Leers: "Alles sluiten leidt onvermijdelijk tot nog meer overlast en illegaliteit. Dan wordt het echt onbeheersbaar, weet de politie. Niet voor niets smeken Belgische buurgemeenten van Terneuzen en Roosendaal nu al om de koffieshops daar te heropenen. Daarom is het ook zo belangrijk dat gemeenten in het grensgebied één lijn trekken. Wat we ook doen, de vraag naar softdrugs blijft. Reguleren, liefst op Europees niveau, zou het beste zijn - de oorlog tegen drugs kost meer dan dat hij oplevert. Gedogen blijft een gedrocht, maar is dan de minst slechte oplossing. Wij zijn aan onze inwoners verplicht de overlast daarbij zo klein mogelijk te houden."
Kleine gemeenten lijken te zijn vergeten dat in 1990 gezamenlijk is overeengekomen dat in de veiligheidsregio Limburg-Zuid alleen Maastricht, Heerlen, Kerkrade en Sittard koffieshops zouden gedongen, stelt Leers. "Regionale tactiek om kleine gemeenten te vrijwaren van beheersproblemen. Wij vragen nu om mee te denken. Samen uit, samen thuis."