Een zeer spectaculaire rol heeft het Lanakerveld in het begin van de Tachtigjarige oorlog gespeeld. Op 5 oktober 1568 was Willem van Oranje met 14.000 voetknechten en 7.000 ruiters bij Stokkem onverwachts de Maas overgestoken. Daarop gaf hij zijn vermoeide troepen 2 dagen rust en rukte vervolgens langs de oude Romeinse heirweg (die op de Postbaan uitloopt) naar Maastricht op. Alva, die numeriek in de minderheid was, had echter op 7 oktober zijn hoofdkwartier van Pietersheim naar de hoeve Caberg verplaatst en legerde zijn troepen met Maastricht in de rug op het Lanakerveld, daarbij strategisch gebruik makend van de helling van het Zouwdal. Ook versterkte hij de Dousberg en Veldwezelt (zie figuur 23). Nu durfde de prins van Oranje de slag niet meer aan. Alva's tactiek had daarmee succes gehad. Alva vreesde namelijk bij een nederlaag in één klap de hele Nederlanden kwijt te zijn en wilde daarom de slag ontwijken. Als Willem van Oranje na zijn oversteek direct doorgezet had en op het Lanakerveld slag had geleverd, had hij een goede kans Alva te verslaan. "Doorzicht en doortastendheid hadden Alva kunnen verrassen in de velden tussen Caberg en Veldwezelt rond de Zouw" concludeert de Veldwezeltse heemkundige René Thewissen. De slag op het Lanakerveld had grote consequenties voor het verdere verloop van de geschiedenis van de Nederlanden kunnen hebben. Deze gebeurtenis maakte zo'n indruk op de tijdgenoten, dat hij in et Wilhelmus, dat tussen 568 en 1572 is geschreven, terecht kwam (regel 81-88):

Als een Prins op gheseten
Met mijner Heyres cracht
Van den Tyran vermeten
Heb ick den Slach verwacht
Die bij Maestricht begraven
Bevreesde mijn ghewelt,
Mijn Ruyters sach men draven
Seer moedich door dat Velt

Het veld, waar de schrijver van ons volkslied naar verwijst, is geen ander dan het Lanakerveld. Maastricht en het Lanakerveld behoren daarmee tot de weinige geografische namen die met een plaats in het volkslied zijn vereerd. Wel was het nog beter geweest als de ruiters van de prins twee dagen eerder 'seer moedich door dat velt' hadden gedraafd.