Een buitengewoon belangrijk moment voor Oud-Caberg was de Belgische opstand in 1830. Sinds de late middeleeuwen viel het gebied onder de vrije rijksheerlijkheid Pietersheim, waarvan eerst de koning van Spanje en later de keizer van Oostenrijk de soeverein was. Toen de afscheiding van België in 1839 afgehandeld kon worden, kwam het gebied echter aan Nederland omdat het binnen het schootsveld van de vesting Maastricht lag. Overal in het Lanakerveld vindt u de grenspalen die deze grens vastlegden. Caberg werd nu een deel van de Nederlandse gemeente Oud-Vroenhoven, die ook Wolder omvatte waar zich de parochiekerk en het gemeentehuis bevonden.

In de vroege 19e eeuw werden de oude landschappelijke structuren van Oud-Caberg doorsneden door nieuwe infrastructurele werken. Koning Willem I legde in 1823 de Zuid-Willemsvaart aan, die langs Smeermaas de verbinding met de Maas bemoeilijkte. De Brusselseweg was een kaarsrechte steenweg die werd aangelegd om Maastricht met België te verbinden. In 1854-56 kreeg Nederland zijn eerste internationale spoorlijn die Maasricht met Aken en Hasselt verbond.

In de 2e helft van de 19e eeuw groeide de bevolking snel. Deze bloei vond zijn weerslag in de eigen kerk en eigen parochie die hier in 1876 gevestigd werden. De Maastrichtse patriciërsfamilie Van Aken - die in de 19e eeuw een burgemeester aan de stad leverde - betaalde een kerk waardoor de boeren niet meer helemaal naar Wolder hoefden te lopen voor hun kerkgang.