Oud-Vroenhoven werd in 1920 door Maastricht geannexeerd. Voor het karakter van het dorp had dat aanvankelijk weinig gevolgen. Belangrijker was de aanleg van het Albertkanaal in de jaren '30 dat Caberg van Belgisch Limburg afsneed. De droogdalen van het Wandal en het Zouwdal verloren de voeding met afvoerwater die zij sinds het Pleistoceen vanuit de Haspengouw hadden ontvangen. Eens verenigde families kwamen nog nadrukkelijker gescheiden in Nederland en België te wonen.

In de jaren '70 werd echter veel land onteigend ten behoeve van de stadsuitbreiding in Maastricht West. Een nieuwbouwwijk werd aan de oude dorpskern toegevoegd. Maar het wonder van Oud-Caberg is, dat het oorspronkelijke karakter van het overblijvende deel onaangetast bleef - met zijn 18e eeuwse carréboerderijen die in bedrijf bleven, zijn oude middeleeuwse openveldstructuren, zijn huisweiden en zijn oude Cabergse families. Oud en nieuw werden verbonden op een voor Nederland unieke manier: in geen enkele Nederlandse stad bestaat een naoorlogse nieuwbouwwijk die zo fraai met een oude cultuurlandschap verbonden is. Dit wonder is hoogstwaarschijnlijk te danken aan een paradox van de modernisering: in de jaren '60 was er tussen Nederland en België een traktaat gesloten dat bepaalde dat er door het Lanakerveld een kanaal gegraven moest worden. De moderne tijd zou zo'n kanaal in de toekomst vereisen. En voor dit kanaal moesten grote delen van het Lanakerveld vrijgehouden worden. Nu was en is nog niet helemaal duidelijk wanneer dit kanaal precies noodzakelijk zou zijn. En zo bleef door de toekomstige eisen van de moderniteit een oud cultuurlandschap voor de stad Maastricht behouden. Dergelijke knipogen van de geschiedenis zijn zo zeldzaam dat we er heel zuinig op moeten zijn.